Finova



Risicoprofiel


Beleggers met een lange beleggingshorizon kunnen in principe producten aanschaffen met een hogere risicograad omdat de resterende looptijd normaal gezien voldoende gelegenheid biedt om tussentijdse waardedalingen te repareren. Dit in tegenstelling tot beleggers met een korte (resterende) looptijd. Hier moeten producten worden geselecteerd die op korte termijn weinig schade kunnen aanrichten. Als aan de gemiddelde belegger wordt gevraagd wat hij/zij verstaat onder risico, dan zal men over het algemeen zeggen “dat dit de kans is om al het geld te verliezen” of woorden van gelijke strekking. Het verleden heeft aangetoond dat wanneer een belegger alles ‘wedt’ op één paard, er ook een goede kans bestaat om het ‘vermogen’ te verliezen.

In de beleggingswereld wordt risico toch anders geïnterpreteerd. Wanneer wordt gesproken over beleggingsrisico dan wordt daar meestal de variatie of wisseling van rendementen mee aangeduid.

Alle beleggingscategorieën herbergen beleggingsrisico. Het essentiële verschil in het beoordelen van risico is de mate van afwijking van het verwachte rendement. Aandelen bewegen veel heftiger rondom het gemiddelde (hogere pieken en diepere dalen) dan obligaties en deposito’s. Dat aandelen beweeglijker zijn zegt op zich niets. Echt van belang is de vraag of een belegger wordt beloond voor het accepteren van de extra beweeglijkheid (= risico) van aandelen. De beloning zou terug moeten komen in de vorm van een additionele vergoeding voor het extra gelopen risico. Dit wordt de risicopremie genoemd.

Na langere perioden wordt verwacht dat de dalingen (negatieve rendementen) volledig, en zelfs meer dan dat, worden gecompenseerd door de stijgingen. De vraag die de belegger dan voor zich zelf zal moeten beantwoorden is de volgende: “Als beleggen op lange termijn het risico vermindert, en uiteindelijk een acceptabel rendement oplevert, kan ik dan leven met het gegeven dat op korte termijn er soms hachelijke situaties (lees: scherpe dalingen en stijgingen) kunnen zijn?”.

De vraag die elke belegger moet beantwoorden, is dus de volgende:
“ Met welke mate van beweeglijkheid kan ik leven?”

Wil de belegger een hoger verwacht eindrendement met zeer stevige tussentijdse schommelingen (een laag risicoprofiel) of een lager verwacht eindrendement met beperkte tussentijdse schommelingen (een hoog risicoprofiel). Wat is acceptabel?Gebruikelijke risicoprofielen van laag naar hoog zijn:

  • Zeer laag
  • Laag
  • Neutraal
  • Hoog
  • Zeer hoog

De verdeling van het vermogen over de verschillende beleggingscategorieën (= asset allocatie) wordt bepaald door het risicoprofiel. De asset allocatie geeft het noodzakelijke verwachte rendement waarmee de belegger zijn doelstelling kan realiseren. Een belangrijke toevoeging is dat dit rendement gerealiseerd wordt met zo min mogelijk risico. Dat is overigens wat anders dan geen risico. Met zo min mogelijk risico wil zeggen dat door de keuze van aandelen, obligaties, vastgoed en deposito’s de waardeschommelingen van de portefeuille zo beperkt mogelijk gehouden worden maar dat de doelstelling wel wordt gerealiseerd.

Een belegger met een laag risicoprofiel heeft een beleggingsdoel waar een relatief laag rendement voor benodigd is. De asset allocatie bij een korte termijn beleggingshorizon is sterk gericht op obligaties en deposito’s. Naarmate de looptijd langer wordt (het beleggingsdoel ligt verder in de toekomst) neemt de allocatie in obligaties en deposito’s af tot bijvoorbeeld 65% en wordt ca 35% in aandelen belegd.

Een belegger met een neutraal risicoprofiel heeft een beleggingsdoel waar een gemiddeld rendement voor benodigd is. De asset allocatie op korte termijn is relatief zwaar in obligaties en deposito’s en naarmate de beleggingshorizon langer wordt (het beleggingsdoel ligt verder in de toekomst) neemt de allocatie in obligaties en deposito’s af tot ca 45%. Aandelen worden dan het zwaarst gewogen met 55%.

Een belegger met een hoog risicoprofiel is beslist geen gokker. Deze belegger heeft een beleggingsdoel waar een hoog rendement voor benodigd is. De beleggingshorizon van een dergelijke belegger is over het algemeen langer dan 10 jaar. Aandelen zullen een belangrijk deel van de portefeuille uitmaken.

Voor alle risicoprofielen geldt dat de allocatie in aandelen bij een beleggingshorizon korter dan drie jaar zeer bescheiden zal moeten zijn, tenzij de belegger zeer nadrukkelijk anders wenst. De zorgplicht vereist dat de adviseur zich opstelt als een goed huisvader. Dit kan ertoe leiden de wens van de klant te negeren. Personen die zelf in aandelen handelen, terwijl hun beleggingshorizon kort is, zijn vooral speculatief ingesteld.